
De monniken uit het Song San Shaolin klooster, gebruikten het befaamde “Shaolin tempel boksen” als middel van uiterste lichaamstraining en daarnaast als een zeer efectief zelf-Verdedigingsysteem en tot bescherming van de zwakkere en ter bekrachtiging van de rechtvaardigheid.
Het was een geheime kunst, die een aanzienlijke vaardigheid vereiste. Om van beginneling tot uiteindelijk als een meester het klooster te kunnen verlaten, lagen er van 20 tot 25 jaren van harde training achter de rug. Nadat het klooster de eerste keer was aangevallen en de monniken met succes de aanvallers had verjaagd, wist de abt dat de vijandige troepen van de Manchu keizer, terug zouden komen. Omdat het zolang duurde om een vechtmonnik op te leiden, kwamen de oude meesters bijelkaar en kwamen overeen dat het vechtkunst systeem, vereenvoudigd moest worden. Vanuit iedere stijl zouden de sterkste onderdelen gehaald worden en in een systeem cq stijl ondergebracht worden. Helaas is net nooit zover gekomen, voordat de oude meesters het konden vastleggen, werd het klooster door middel van verraad bijna geheel verwoest. Een 7e generatie monnik, Ma fu Ji genaamd, had in de Tamo Hal een olielamp laten vallen en omdat hij bang was om gestraft te worden, had hij het klooster verlaten en de geheime toegangs weg verraden aan de keizerlijke troepen. Vanaf die tijd wordt het getal 7 niet meer gebruikt in de Shaolin vechtkunststijl.. Slechts vijf meesters en hun oudste leerlingen konden de verwoesting en slachtpartij van het klooster ontvluchten, onder de vijf meesters was een non. Deze non nam de geheimen van de technieken mee, die de oude meesters hadden ontwikkeld om de training van de monniken in de Shaolin vechtkunst te verkorten. Deze non zou later een vrouwelijke leerling krijgen waarzij de technieken aan door zou geven.
“What you been thaught by listening to others words you will forget very quickly; what you have learned with your whole body you will remember for the rest of your life.”